Logo Balieplus

Een IVR/EVR-registratie niet wenselijk en soms ook niet terecht

24 september 2024

Financiële instellingen hebben de mogelijkheid om jouw verleden te ‘checken’. Als er sprake is van een registratie, kan je erop rekenen dat een aanvraag voor een verzekering o.i.d. zal worden afgewezen, of de premie aanzienlijk hoger uitvalt. Maar wanneer mogen jouw gegevens nu opgenomen worden in deze registers en voor welke duur? Er gelden de volgende voorwaarden. Er moet sprake zijn van:

  • Een gegronde verdenking van (poging tot) benadeling;
  • Laakbaar of strafbaar gedrag;
  • Aantoonbare betrokkenheid bij de gedraging.

Een dergelijke registratie kan tot 8 jaar duren. Dit kan dus een grote beperking zijn van je verzekeringsvrijheid.

Interne en Externe Verwijzingsregister

Als je, of als natuurlijk persoon of als onderneming, betrokken bent (geweest) bij een incident met je verzekeraar (of andere financiële instelling), kan de verzekeraar jouw gegevens in het eigen, interne verwijzingsregister (IVR) plaatsen. Alleen de eigen medewerkers kunnen het IVR raadplegen. Daarnaast staat in het IVR ook niet om welk incident het gaat, dus wat er is gebeurd. Voor de medewerkers zijn alleen naam en geboortedatum van een persoon zichtbaar en van een onderneming het KvK-nummer, bedrijfsnaam en postcode. Bij een ernstig incident zet de verzekeraar deze identificerende gegevens niet alleen in het eigen IVR, maar ook in het externe verwijzingsregister (EVR). Dan kunnen niet alleen andere medewerkers van de betreffende verzekeraar het register raadplegen, maar ook andere financiële instellingen.

Over dergelijke opnames in het IVR (en EVR) wordt regelmatig geprocedeerd. Graag bespreek ik een aantal recente uitspraken.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Wat was hier aan de hand? Appellant heeft in het verleden een auto gekocht, waarvan in de advertentie stond dat deze schade aan de rechterkant had. Appellant heeft de auto verzekerd bij Interpolis en heeft daar ook een zogenaamde Alles-in-één-polis lopen. In de algemene voorwaarden van de autopolis is opgenomen dat bij fraude alle verzekeringen in de Alles-in-één-polis gestopt mogen worden en voor de definitie van fraude wordt verwezen naar de algemene voorwaarden. Dit houdt kort gezegd in niet de waarheid of niet alles vertellen om óf een (hogere) vergoeding te krijgen óf een verzekering af te sluiten of te behouden.

Appellant heeft vervolgens een melding bij de politie gedaan van “verlaten plaats na ongeval” waardoor de auto schade heeft opgelopen. Ook is de schade geclaimd bij Interpolis, waarbij appellant heeft aangegeven dat er nog geen schade aan de auto was voor het ongeval en in het inlichtingenformulier is de volledige (ook de al eerder aanwezige) schade aangeduid. In een telefonisch overleg dat later gevoerd is, wordt wel aangegeven dat sprake was van lichte lakschade vóór het ongeval. Interpolis heeft een schade-expert ingeschakeld die de schade bepaald heeft, maar daarbij rekening heeft gehouden met de schade die bleek uit de verkoopadvertentie van de auto. Dit nu de aanwezige krassen en deuken er grotendeels oud uit zagen, roestvorming hadden op sommige plekken en al eerder was geprobeerd de schade met lakstiften weg te werken, wat alweer aan het slijten was. Interpolis wijst de claim dus af, vanwege opzettelijke onware verklaringen en neemt appellant op in het register voor een periode van 8 jaar. Appellant eist alsnog vergoeding van de schade en dat de registraties ongedaan worden gemaakt, danwel de duur wordt beperkt. De rechtbank heeft deze vorderingen afgewezen.

Ook het Hof is van mening dat voldoende is komen vast te staan dat appellant ook de oude schade geclaimd heeft om een hogere uitkering te krijgen en dat sprake is van opzettelijke misleiding. Interpolis mocht dus de lopende verzekeringen beëindigen. Inzake de registraties is het Hof van mening dat ook die terecht zijn, gezien het incident en dat Interpolis zich aan de daarvoor geldende regels heeft gehouden. Zij hoefde niet expliciet te wijzen op in welke registers de opname zou gebeuren, het melden sec is voldoende. Ook de termijn hoeft niet verkort te worden, gezien de aard van de gedraging. Daarbij komt dat appellant niet zozeer hinder heeft van de registratie, als wel de opzegging door Interpolis, omdat nieuwe verzekeraars hiernaar vragen.

Rechtbank Midden-Nederland

Dan de kwestie bij Rechtbank Midden-Nederland. Eiseres heeft een verkeersongeval gehad, waardoor letsel (whiplash-achtige klachten) is opgelopen. De afwikkeling van deze schade is in een vaststellingsovereenkomst vastgelegd en eiseres heeft een vergoeding, grotendeels voor verlies aan verdienvermogen, ontvangen. In het kader van een financieringsaanvraag moet eiseres een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) afsluiten. In dat kader moet een gezondheidsverklaring ingevuld worden, waarbij eiseres heeft ingevuld dat er geen sprake is geweest van eerdere aandoeningen aan botten, spieren, pezen en/of gewrichten. Ook de algemene slotvraag is ontkennend beantwoord. Net als de vraag of er in de afgelopen vijf jaar contact is geweest met een huisarts of medisch specialist en tot slot de vraag of een van de aandoeningen het gevolg is geweest van een ongeval. Bij het vragenformulier is een uitgebreide toelichting opgenomen, waarom de verzekeraar de informatie nodig heeft.


De rechtbank is dan ook van oordeel dat gezien de geschetste situatie vaststaat dat eiseres heeft gehandeld met de opzet om de verzekeraar te misleiden. Dit oordeel wordt (mede) gebaseerd op de overwegingen dat het ongeval (en de financiële afwikkeling daarvan) nog niet zo lang geleden heeft plaatsgevonden, de vragen van de verzekeraar helder zijn geformuleerd, eiseres hoog opgeleid en medisch onderlegd is, het belang van de verzekeraar voldoende is uitgelegd en de verzekeraar bij een juiste voorstelling van zaken de verzekering niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn aangegaan. Tot slot wordt meegewogen dat eiseres de AOV nodig had om de financiering rond te krijgen en daarmee reeds een belang bij de AOV had.

Nu eiseres heeft gehandeld met het opzet de verzekeraar te misleiden, is opname in de registers ook toegestaan en is de periode van 8 jaar proportioneel, gezien de opzet tot misleiding.

Rechtbank Midden-Nederland

In de kwestie van Rechtbank Midden-Nederland van 10 juli 2024 ging het om het volgende. Verzoeker heeft na een verkeersongeval schade geclaimd. De belangenbehartiger van verzoeker heeft in dat kader documenten ter onderbouwing van de schadeclaim ingediend bij de verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval. De klachten hebben betrekking op onderrug, rechterbeen en lies. Als gevolg van de klachten is sprake van verlies van verdienvermogen, nu verzoeker geen werkzaamheden kan verrichten aan de kamers die hij verhuurt en daardoor minder/geen huur hiervoor kan vragen. Vervolgens ontstaat brand in de gemeenschappelijke hal van deze kamers, welke schade ook geclaimd wordt, nu deze niet zelf hersteld kan worden. Nationale-Nederlanden (NN) besluit naar aanleiding hiervan een nader onderzoek te verrichten. Na dit onderzoek besluit NN de voor verzoeker lopende verzekeringen te beëindigen en verzoeker op te nemen in de registers (gebeurtenissenadministratie en IVR). Verzoeker vraagt de rechtbank o.a. de opname in de registers te beëindigen. Dit belemmert hem bij het aangaan van nieuwe verzekeringen.


De rechtbank oordeelt dat NN alleen een feitenonderzoek heeft verricht en geen persoonlijk onderzoek, waarbij het feitenonderzoek niet onrechtmatig was. Er was voor NN voldoende aanleiding om op grond van de aangeleverde informatie een nader onderzoek te verrichten. Ook de opname in het gebeurtenissenadministratie van NN is op grond daarvan terecht. De rechtbank is echter ook van oordeel dat een redelijk vermoeden van fraude niet vaststaat. Om die reden is opname in het IVR niet toegestaan. Hetgeen is voorgevallen is beperkt van omvang, volgens de rechtbank. De onduidelijkheden zien daarbij eerder op de vraag of ze onder de dekking vallen, dan of er fraude is gepleegd. De opname in het IVR moet dan ook door NN doorgehaald worden.

Rechtbank Noord-Holland

Rechtbank Noord-Holland moest zich uitlaten over mogelijke fraude inzake een allrisk autoverzekering. Wat was er aan de hand? Na een ongeval, waarbij een scooter schade heeft veroorzaakt aan de auto van eiseres door er langs te rijden, terwijl eisers stond te wachten voor een openstaande brug, dient eiseres een claim in bij Nationale-Nederlanden (NN). NN stelt zich echter, na onderzoek van de geclaimde schade, op het standpunt dat eiseres fraude heeft gepleegd door te verzwijgen dat de auto vóór het ongeval al schade had en juist heeft verklaard dat de auto schadevrij was vóór het ongeval. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat de aanwezige schade (meerdere plaatsen – hoogtes – en richtingen) niet veroorzaakt kan zijn door het ongeval met de scooter. Om die reden heeft NN een uitkering geweigerd, alle verzekeringen opgezegd en verzekeringnemer opgenomen in de registers (8 jaar intern, drie jaar extern). Eiseres vordert ongedaan making hiervan en draagt hiervoor o.a. aan dat zij allrisk verzekerd is en het om die reden niet uitmaakt wanneer en hoe de schade is ontstaan.


De rechtbank volgt eiseres niet. Vaststaat dat niet alle schade door het ongeval kan zijn ontstaan. Ook bij een allrisk verzekering is niet alle schade gedekt en moet er sprake zijn van een verzekerd incident. Eiseres heeft dit ook niet (c.q. onvoldoende) weerlegd en het is niet aannemelijk dat de reeds aanwezige schade voor eiseres niet zichtbaar was of eiseres zich heeft vergist bij het niet melden daarvan. De rechtbank heeft daarop  geoordeeld dat er sprake is van fraude en mocht NN de verzekeringen stoppen en eiseres opnemen in de registers. Bij deze opname heeft NN ook een redelijke belangenafweging gemaakt.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

En tot slot het arrest van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Daar ging het om een woonpolis met inboedelverzekering. In de woning is een hennepkwekerij gevestigd geweest, wat de bewoonster niet aan de verzekeraar (Achmea) heeft medegedeeld. Vervolgens vindt er een inbraak plaats, en claimt de bewoonster gestolen geld – een iPad pro 2020 en MacBook pro 2019 – Nike Air Max schoenen en Canada Goose jas.

Omdat verzekeringsfraude bij de schadeafwikkeling het meest vergaande verweer van Achmea is, oordeelt de rechter eerst hierover. Achmea moet in dat kader aantonen dat de bewoonster haar onjuist heeft voorgelicht met het oogmerk om Achmea te misleiden. Inzake het geclaimde contante geld heeft Achmea aangetoond dat het bedrag gepind is, op het moment dat de bewoonster zei dat de inbraak al had plaatsgevonden. Inzake de iPad pro en MacBook heeft Achmea aangetoond dat de modellen nog niet verkocht werden op de factuurdata, niet verkocht worden met het genoemde geheugen én dat de factuur vals is. De Nike Air Max schoenen waarvan een factuur is overlegd, waren maat 34 terwijl de bewoonster zegt schoenen te dragen tussen maat 37 en 40 en tot slot is aangetoond dat de Canada Goose jas niet door de bewoonster zelf is betaald. Op al deze punten heeft bewoonster haar eerdere verklaringen (meermaals) aangepast na geconfronteerd te zijn met de bevindingen van Achmea.

Op meerdere punten heeft de bewoonster derhalve haar mededelingsplicht richting Achmea geschonden en daarmee de bedoeling gehad Achmea te bewegen een hogere uitkering te verstrekken, zo oordeelt het Gerechtshof. Door deze fraude is het recht op een uitkering dan ook vervallen.

Dan de opname in de registers. Het Gerechtshof is van oordeel dat Achmea de betrokkenheid van de bewoonster bij de hennepkwekerij onvoldoende heeft aangetoond (wanneer is de bewoonster in het huis getrokken?, wat waren de precieze omstandigheden van de hennepkwekerij?, etc.). Dit rechtvaardigt dan ook niet de opname in de registers. Echter, de verzekeringsfraude is wel vast komen te staan en daarmee is de registratie terecht, net als de duur van 8 jaar, die Achmea voldoende heeft onderbouwd en door de bewoonster onvoldoende is weerlegd.   

Conclusie

Deze uitspraken laten zien dat het van groot belang is om zo open en eerlijk mogelijk te communiceren met een verzekeraar. Dat geldt bij het aangaan van een verzekering, maar ook bij het melden en afwikkelen van een schade. Opname in de verschillende registers kan de nodige (verzekeringsrechtelijke) gevolgen hebben voor de verzekerde, echter het belang van de verzekeraar(s) prevaleert vaak, waardoor de registratie in stand blijft. Wél moet in zo’n situatie sprake zijn van een redelijk vermoeden van fraude en dat moet de verzekeraar dan weer aantonen. Wordt jouw verzekering beëindigd en word je opgenomen in een van de registers en twijfel je aan de juistheid hiervan, dan is het dus van groot belang om na te gaan of de verzekeraar op grond van haar eigen voorwaarden en de daarvoor geldende wet- en regelgeving hiertoe mocht overgaan. Ook een check op de gekozen duur van de inschrijving is daarbij van belang.

punten
4.800+ aangesloten advocaten en notarissen
Collectieve voordelen
Goede kwaliteit en voorwaarden
Bespaar tijd en geld
Nieuws en updates