De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel komt snel dichterbij. Pensioenfondsen moesten voor hun aanpassing van de regeling uiterlijk eind 2024 een transitieplan klaar hebben; voor werkgevers met een verzekerde regeling geldt een uiterste datum van 1 oktober 2026[1].
In eerste instantie moesten alle regelingen uiterlijk 1 januari 2027 zijn omgezet naar het nieuwe stelsel[2]. De Tweede Kamer heeft echter op 20 mei 2025 ingestemd met een wetsvoorstel om deze uiterste transitiedatum te verplaatsen naar 1 januari 2028 en de datum via een Algemene Maatregel van Bestuur te regelen[3][4]. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer; de regeringscommissaris voor de pensioentransitie ziet in haar derde rapportage geen aanleiding om de datum verder op te schuiven[5].
De aanstaande wijziging neemt niet weg dat de overgang ingrijpend is: u moet bijvoorbeeld kiezen voor het invoeren van een gelijkblijvend premiepercentage voor huidige én nieuwe deelnemers in de regeling of de bestaande premiestaffel voor hudige deelnemers eerbiedigen. [Bv1] . Ook moet nagedacht worden over mogelijke compensaties voor medewerkers die nadeel kunnen ondervinden[2]. Een andere belangrijke wijziging betreft de berekeningswijze van het nabestaandenpensioen; dit wordt in het vervolg uitgedrukt in een vast percentage van het salaris. Welk percentage sluit het beste aan in uw situatie? En hoe bieden we voor de medewerkers een vergelijkbare overlijdensrisicodekking? Zijn er ook alternatieve oplossingen aanwezig?
Hoewel er politieke weerstand is tegen de Wet toekomst pensioenen, vordert de sector gestaag. Econoom Frank den Butter beschrijft in Me Judice dat partijen als NSC en BBB pleiten voor referenda om bestaande pensioengelden in het oude stelsel te houden. Patrick Fey van vakbond CNV noemt dat plan volgens NRC een „schoolvoorbeeld van onbehoorlijk bestuur” en wijst erop dat pensioenfondsen al duizenden uren in de overgang stoppen[6]. Terugkeren naar het oude stelsel zou kostbaar en onuitvoerbaar zijn. Volgens Den Butter biedt het nieuwe stelsel juist voordelen: individuele pensioenpotten maken een einde aan de doorsneepremie en zorgen dat deelnemers met wisselende carrièrepatronen eerlijker bijdragen[7]. De rol van de rekenrente verdwijnt, waardoor de uitkering iets minder zeker is maar beter aansluit bij het gewenste risicoprofiel[8]. Pensioenuitvoerders moeten periodiek de risicovoorkeur van deelnemers meten[9].
Kortom: de wet staat en de sector bouwt al aan nieuwe systemen. Uitstel of terugkeer naar het oude stelsel leidt tot onzekerheid en extra kosten. Kantoren doen er verstandig aan om niet te wachten, maar nu al te beginnen met inventariseren en plannen.
Balieplus biedt meerdere diensten waarmee u tijdig en goed kunt omschakelen:
Met het Financieel Fit adviesgesprek analyseren de financiële planners van OpGroen Verzekeringen uw persoonlijke situatie. Ze brengen de huidige situatie in kaart op basis van netto beteedbaar inkomen en helpen om een balans te vinden tussen nu comfortabel leven en later voldoende pensioen hebben om dan ook comfortabel te kunnen leven. Hierbij worden inkomensdoelen en fiscale mogelijkheden afgestemd op het nieuwe pensioenstelsel. Via Balieplus ontvangt u korting op dit adviestraject.
Voor kantoren die een collectieve pensioenregeling willen opzetten of hun bestaande regeling willen harmoniseren, werkt Balieplus samen met Aon. De Aon‑Balieplus pensioendesk beschikt over alle expertise om een regeling te ontwerpen, onder te brengen en te onderhouden. U krijgt één aanspreekpunt en profiteert van onafhankelijk pensioenadvies. De pensioendesk ondersteunt u door impactberekeningen om feiten en cijfers duidelijk te maken. Daarmee verkijgt u inzicht van de impact door de nieuwe pensioenwetgeving in uw situatie en zijn onderbouwde beslissingen mogelijk. Daarnaast verzorgt Aon verlenging van bestaande contracten, het ontwerp van een nieuwe regeling, harmonisatie van verschillende regelingen, het beheer van het pensioencontract en advies aan de ondernemingsraad[11]. Er is ook hulp bij communicatie, compliance en ANW‑hiaatoplossingen[12]. Balieplus‑leden ontvangen 15 % korting op zowel uurtarieven als fixed‑fee tarieven en er is een gratis oriëntatiegesprek[13].
Aon benadrukt dat een goede pensioenregeling de belangrijkste arbeidsvoorwaarde na salaris is en dat de Wet toekomst pensioenen een kans biedt om uw regeling te laten aansluiten bij de visie van uw kantoor en de behoeften van medewerkers[14]. Voor verzekerde regelingen geldt dat alle regelingen uiterlijk 1 januari 2028 aan het nieuwe wettelijke kader moeten voldoen; werkgevers met een pensioenregeling bij een verzekeraar of premiepensioeninstelling moeten vóór 1 oktober 2027 samen met hun medezeggenschap bepalen hoe de regeling eruit gaat zien en hun transitieplan aan de verzekeraar of PPI verstrekken[15]. Aon adviseert om tijdig te beginnen, omdat het traject 6 tot 12 maanden kan duren en overeenstemming met vakbonden, ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging veel overleg vergt[16]. Hun adviseurs bespreken met u belangrijke keuzes, zoals de contractvorm (flexibele, solidaire of premie‑uitkeringsregeling), de keuze voor eerbiedigende werking waarbij bestaande medewerkers hun huidige regeling behouden, compensatie voor oudere werknemers die door de overgang kunnen terugvallen en de veranderingen in partner‑ en wezenpensioen[17]. Tot slot helpt Aon bij het opstellen van een transitieplan, de implementatie bij verzekeraar of PPI en het communicatieplan, zodat medewerkers goed begrijpen wat er verandert[18].
Werkgevers spelen een sleutelrol in de pensioensopbouw van hun medewerkers. Volgens de overheid is circa 71 % van de Nederlandse werkgevers betrokken bij een pensioenregeling; in sommige sectoren is dit verplicht, in andere kunnen werkgevers vrijwillig een regeling aanbieden[19]. Een goed pensioen zorgt ervoor dat werknemers na hun loopbaan voldoende inkomen hebben en maakt een organisatie aantrekkelijk voor nieuwe en huidige medewerkers[20].
In een aanvullende pensioenregeling kan de werkgever besluiten de premie volledig te financieren, de kosten te delen met medewerkers of alleen te faciliteren dat medewerkers individueel sparen. In de meeste collectieve regelingen neemt de werkgever ongeveer twee derde van de premie voor zijn rekening en betaalt de werknemer een derde[21]. Sommige werkgevers kiezen voor een 50/50‑verdeling of nemen zelfs de volledige premie op zich[22]. De werkgeversbijdrage geldt niet als belastbaar loon[23], terwijl de werknemersbijdrage via inhouding op het brutoloon verloopt[24]. Het is fiscaal voordeliger om pensioen op te bouwen via de werkgever; een hogere bruto‑salarisopslag om zelf pensioen te regelen leidt tot hogere inkomens- en vermogensbelasting[25].
Als kantoor kunt u dus kiezen: draag de volledige premie bij, verdeel de premie met medewerkers of bied individuele oplossingen (bijvoorbeeld via een lijfrente), maar zorg altijd voor goede communicatie en leg afspraken vast in het arbeidsvoorwaardenbeleid.
Veel advocatenkantoren hebben geen verplichte pensioenregeling voor partners. Balieplus biedt daarom een nabestaandenverzekering met gereduceerd tarief. Deze verzekering zorgt voor een uitkering aan partner en kinderen bij overlijden[26] en kan worden gecombineerd met collectieve ongevallen- of arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Door dergelijke risico’s af te dekken, kunnen partners hun persoonlijke pensioendoelen beter plannen.
De overgang naar een nieuw stelsel vraagt om financiële kennis binnen het kantoor. Balieplus organiseert samen met opleidingspartners trainingen over pensioenen, fiscaliteit en vermogensopbouw. Hierdoor voldoen advocaten meteen aan de jaarlijkse verplichting van 20 opleidingspunten[27].
Het Nederlandse pensioenstelsel verandert fundamenteel. Ondanks politieke weerstand bouwt de sector volop aan de nieuwe regels en systemen, en de deadlines naderen. Voor advocatenkantoren is het essentieel nu stappen te zetten: inventariseer, bepaal strategie, communiceer met medewerkers en regel compensatie. Balieplus en haar partners zoals OpGroen Verzekeringen en Aon bieden ondersteuning bij financiële planning, het opzetten en beheren van pensioenregelingen en strategische begeleiding. Door nu te handelen voorkomt u stress in de overgangsjaren en zorgt u ervoor dat uw kantoor en medewerkers financieel toekomstbestendig zijn.
[3] Verlenging transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel (36.578) – Eerste Kamer der Staten-Generaal
[4] Tweede kamer stemt in met verlenging van de transitietermijn naar 1 januari 2028
[5] Pensioentransitie: geen uitstel, wel ruimte gedispenseerde regelingen
[10] Vragen over de nieuwe pensioenwet – Nederlandse Grondwet
[Bv1]Is alleen van toepassing voor regelingen bij een pensioenfonds, niet voor verzekerde regelingen
[Bv2]Nvt voor verzekerde regelingen zoals bij advocatenkantoren
[Bv3]Compensatie kan ook in andere leeftijdscategorieën van toepassing zijn.